De dagen worden korter, de nachten langer. We staan op en
vertrekken naar het werk wanneer het nog donker is buiten en komen weer thuis
in diezelfde duisternis. Zonlicht zien we tijdens de werkuren nauwelijks.
Krijgen we dan wel voldoende vitamine D binnen? Kunnen we ze elders halen? En
waarom hebben we die vitamine eigenlijk nodig?
Waarom hebben we
Vitamine D nodig?
Breed genomen zorgt vitamine D voor sterke botten en tanden.
Als het lichaam voldoende vitamine D bevat, zullen calcium en fosfor goed uit
de voeding worden opgenomen en in de botten en tanden worden vastgelegd tijdens
de groei. De vitamine is ook nodig om botontkalking (osteoporose) zoveel
mogelijk te beperken en ze is van belang voor het zenuwstelsel, het hart en de
spieren. Ook ondersteunt Vitamine D de weerstand en beschermt het gezonde
cellen en weefsels.
In de medische wereld wordt vitamine D daarom gebruikt om bepaalde
ziektes en aandoeningen te behandelen zoals:
- rachitis, diabetes, obesitas, spierzwakte, multiple sclerosis, rheumatoid arthritis, chronisch obstructieve longziekte, astma, bronchitis, premenstrueel syndroom, en tand- en tandvleesaandoeningen.
- vaak wordt vitamine D aangewend om huidaandoeningen zoals vitiligo, scleroderma, psoriasis, actinic keratosis en lupus vulgaris te bestrijden.
- omdat vitamine D de gezondheid versterkt, geeft ze het immuunsysteem een boost. Hoewel nog niet bewezen, kan dit betekenen dat vitamine D mogelijk helpt bij het bestrijden van kanker.
Waar halen we
Vitamine D vandaan?
Vitamine D is een van de weinige vitamines die het lichaam
zelf kan maken. Het grootste deel van onze vitamine D – zo’n 80 tot 90% – halen
we uit het zonlicht. Blootstelling aan zonlicht is een makkelijke manier om
voldoende vitamine D op te doen. Dat kan door dagelijks een half uurtje
zonlicht te absorberen via de handen, armen, benen of het gelaat. Omdat de tijd
nodig in de zon afhangt van de leeftijd, het huidtype, huidskleur, seizoen of
tijdstip van de dag, houdt men ook wel de volgende regel aan: bedenk hoeveel
tijd jouw huid nodig heeft om een lichte zonnebrand op te doen (zonder bescherming).
Je hebt ¼ van deze tijd nodig in de zon om
voldoende vitamine D op te doen, en dat zo’n 2 tot 3 keer per week.
Maar wat dan in de
winter?
Tijdens de donkere wintermaanden lijkt het niet zo evident om
voldoende zonlicht te krijgen. Toch is dit voor de meeste mensen wel het geval.
Zoals hierboven al vermeld, hoef je niet extreem veel tijd in de zon door te
brengen om toch genoeg vitamine D op te doen. Voel je je echter wat futloos of
down in de winter, of krijg je een aantal dagen echt niet veel zonlicht, dan
kun je altijd op zoek naar een extra dosis. Vitamine D kun je helaas slechts in
weinig voedsel vinden en zelfs dan zit er maar een klein beetje in. Uitzondering
is vette vis zoals zalm, haring, makreel, sardines en tonijn. Sommige
melkproducten, sappen en ontbijtgranen worden verrijkt met deze vitamine. Het
staat dan duidelijk op de verpakking te lezen. Champignons zijn ook een
belangrijke bron van vitamine D.
Uiteraard kun je het ook bij de apotheek of kruidenier
halen, in de vorm van voedingssupplementen. Bij bepaalde mensen wordt een aanvulling zelfs
aangeraden:
- Kinderen t/m 6 jaar
- Mensen met een donkere huidskleur
- Mensen die onvoldoende buiten komen
- Vrouwen die een sluier dragen
- Vrouwen die zwanger zijn en of borstvoeding geven
- Vrouwen vanaf 50 jaar
- Mannen vanaf 70 jaar